In dit vijfde deel in de reeks 'Sam Smith' heeft Sam, volleerd geheim agent, Nederlands geleerd voor een missie in Antwerpen. Dat hij een kwajongen en niet meteen een perfectionist is, bewijzen de flashbacks naar de lessen aan De School, een kweekvijver voor spionnen. Het groepje niet al te snuggere geheim agenten laten zich in dit boek zo vaak in de luren leggen dat hun interventie wel met een sisser moet eindigen. Dat gegeven zorgt ook voor de meeste spanning in Sam Smith en de Dragons. In het Antwerpen uit de fantasie van Jonas Boets bedreigen twee bendes de goede gang van zaken. Ze zijn baldadig, plegen overvallen, stichten brand en zijn ongrijpbaar voor de politie, die onder leiding staat van commissaris Lemmens. Burgemeester Deroover roept de hulp in van De School. Hun acties zijn duidelijk geïnspireerd op de James Bondverhalen, tot en met de gadgets die ze gebruiken. Schepen Willems legt de burgemeester en de commissaris geregeld het vuur aan de schenen omdat ze er niet in slagen de rust van de burger te garanderen. Sam Smith infiltreert ondertussen bij de Dragons. Een collega wil hetzelfde doen bij groep Z, maar dat gaat niet door. De vraag is nu of onze spion wordt ontmaskerd? Stilaan wordt duidelijk dat de bendes terreur willen zaaien, maar hun motieven blijven onduidelijk. Gelukkig zijn niet alle boeven even kwaadaardig. Met een beetje geluk en de hulp van een kompaan wordt de ware toedracht van de affaire blootgelegd. Het verhaal sluit af met een debriefing, geleid door de president-generaal van De School. Na dit "traumaverwerkingsproces" staat Sam klaar voor het volgende verhaal. Voor de jonge lezers zullen het gestuntel en de schoolse manier waarop deze geheime agenten met elkaar omgaan, herkenbaar zijn en humoristisch aanvoelen. Summer, hoofd van de operatie, is verstrooid en onhandig. 'Smith-girl' Daphne, de collega en het vriendinnetje van Sam, laat zich dan weer gevangennemen en bijna vermoorden. Ze is wel snugger, maar niemand luistert naar haar. Moeilijk te volgen is het verhaal niet: de flashbacks staan cursief afgedrukt en er is een handige inhoudsopgave te volgen. Het verhaal draait helemaal rond het wel en wee van het hoofdpersonage, en focust dus op wat hij doet, voelt en meemaakt. Net als zijn idool James Bond, komt Sam er met wat schrammen van af. Enkele personages evolueren in de loop van het verhaal. Zo toont een tweetal bendeleden berouw en grijpen zij de kans om een ander leven te beginnen. Van het leven in het Antwerpen van Boets vernemen we bitter weinig, en de setting lijkt dan ook volkomen arbitrair. De schrijver had straten, een kerk, donkere hoekjes en een schuilplaats nodig, en dat is dan Antwerpen geworden. Goed voor enkele uurtjes (ont)spanning. [Walter Schoonbaert] Verberg tekst

Een tweetal bendes (maffiaclans) terroriseert de stad Antwerpen. Sam - afgestudeerd spion - infiltreert namens de gemeente in een van de bendes: De Dragons. Hij komt in een wespennest van list en bedrog en ontdekt dat in de hoogste gemeentelijke kringen rondom het burgemeesterschap een spel gespeeld wordt, vuil spel. Vijfde deel uit de serie rondom het hoofdpersonage Sam Smith. Overzichtelijke lay-out met ruime interlinie. Korte zinnen met veel dialoog. Aantal cursief gedrukte flashbacks blikken terug naar zijn opleidingsinstituut. Het perspectief ligt afwisselend bij Sam en het politieonderzoek. Stilistisch niet bijzonder, enkele kromme zinnen (‘Dat ziet er geen goedkoop ding uit’) in spreektaal, waarbij de Vlaamse afkomst (schepenen, de koerier is ze kwijtgespeeld) zich niet verloochent. Wijdlopig verteld, het verhaal is dichtgeschreven; er wordt te veel uitgelegd. Een bondigere schrijfwijze had de spankracht verhoogd, maar door de talrijke actiemomenten bezit het toch voldoende vaart/spanning om door te willen lezen. Dit spionageverhaal, deel vijf in een serie, is afzonderlijk te lezen. Vanaf ca. 11 jaar. Verberg tekst

In dit vijfde deel is Sam Smith afgestudeerd als spion en wordt hij ingezet in Antwerpen, waar sinds kort twee jongerenbendes de burgemeester en politie tot wanhoop drijven. Sam wordt gevraagd te infiltreren in de ‘Dragons’ om de bende van binnenuit te helpen oprollen. De opdracht is uiteraard niet zonder risico, en meer dan eens dreigt Sam ontmaskerd te worden. Bovendien doet zijn deelname aan de operaties van de bende zijn moraal lichtjes verschuiven. Zeker wanneer hij steeds closer wordt met Sep, één van de andere jongens. Gaandeweg wordt het duidelijk dat beide bendes slechts marionetten zijn in de handen van een politicus die koste wat het kost de burgemeestersjerp wil overnemen. Jonas Boets is gegarandeerd een James-Bondfan, maar daarnaast ongetwijfeld ook een lezer van de Alex-Riderreeks. Hij mist de taalrijkdom, de filmische stijl van een Horowitz, maar toegegeven, zijn Sam Smith leest wel als een trein. Nog wat onvolgroeid lijkt Boets’ stijl, maar mogelijk wel met potentieel. De spanningsboog buigt wel eens door, en te veel hints naar de ware toedracht worden hinderlijk op de duur. Maar toch zorgt dit er niet voor dat je het boek weglegt. Het feit dat het boek zich heel expliciet in Antwerpen afspeelt, is binnen de – vaak vertaalde - jeugdliteratuur ongebruikelijk, maar geeft wel een extra cachet.

Verberg tekst